Een paar weken geleden leek het even
voorjaar: overal krokussen en narcissen, fluitende vogeltjes en vooral een heerlijk
zonnetje dat de natuur weer tot leven brengt. Maar niet alleen de natuur…
Ik was thuis, en ik hoorde een
irritant geluid dat ik niet kon lokaliseren. Het was niet mijn mobiele telefoon,
geen wekker of andere elektronica. Geen inbraakalarm. Ik werd er gek van. Ten
einde raad belde ik de complexbeheerder van Woonbron. Hij kwam langs en spitste
de oren. Gelukkig hoorde hij het ook, ik was even bang dat ik het me
verbeeldde. Hij doorzocht het hele huis. Hij ging bij de buren langs. Zelfs bij
de boven- en benedenburen. Merkwaardig, daar had niemand het geluid gehoord. Daar
kwam het geluid dus zeker niet vandaan. Toen ineens was het geluid verdwenen. Doodse
stilte. De complexbeheerder kon verder weinig doen en vertrok. “Als u het weer
hoort, moet u maar weer bellen”, zei hij voor hij de deur achter zich dicht
trok. ’s Nachts bleef het stil. Maar de volgende dag begon het weer. Ik hing
meteen aan de telefoon. “Dat geluid, het is er weer.” Dit keer kwam de
complexbeheerder niet alleen, hij had zijn collega van sociaal beheer bij zich.
Weer doorzochten ze de woning. Niets. Toevallig
viel hun oog op een pop in de vensterbank. “Wat een leuke beer”, zei de sociaal
beheerder, en tilde de Winnie de Pooh van mijn zoontje op. Stilte. “Horen jullie het ook? Het geluid is weg.”
Ze zette de pop weer terug in de vensterbank, die baadde in zonlicht. En ja
hoor, daar wàs de piep weer. Het blijkt dat Winnie de Pooh is voorzien van een
zonne-energie cel. Als deze oplaadt, gaat Winnie’s kop op en neer en gaat hij
piepen. De lentezon had Winnie uit zijn winterslaap ontwaakt. Misschien moeten
we Winnie opereren. Maar voorlopig woont hij ergens in de schaduw. En zwijgt. Trudy van der Wees
Deze column is eerder verschenen in Delft op Zondag en is mede mogelijk gemaakt door Woonbron Delft
Geen opmerkingen:
Een reactie posten