Iedere
jongen wil profvoetballer worden. Heel af en toe komt die droom uit. Zoals bij
de jongeman die tegenover me zit. Sportief gekleed, een atletisch lichaam, een
vriendelijke glimlach. Maar ik ontmoet hem niet in de kantine van ADO Den Haag.
We zitten in de bibliotheek van basisschool De Horizon, en straks gaat hij weer
aan het werk op de Playground. Een verkeerde beweging op het voetbalveld maakte
een einde aan zijn carrière als profvoetballer. Gescheurde kruisbanden. Heracles
Almelo had onvoldoende vertrouwen in zijn herstel. En zo keerde hij, een
illusie armer, weer terug naar de Gillisbuurt, waar hij zijn jeugd had
doorgebracht. Geen werk, geen diploma, geen toekomst, en misschien nog wel het
ergste van alles: geen hoop. De Schoolmate op De Horizon zag het met lede ogen
aan en kreeg een idee. Hij was toch zo sportief? Bij de Playground waren activiteitenbegeleiders
nodig. Was dat iets voor hem? Vrijwilligerswerk, dat wel. Maar, als het goed
ging, en als hij voldoende uren zou maken, kwam hij in aanmerking voor een studiebeurs
van de Richard Krajicek Foundation (RKF). Hij hapte toe. Drie keer per week was
hij op de Playgrond te vinden. Hij kreeg kids die anders maar op straat
rondhingen aan het sporten, en ze ontdekten hoe leuk dat is. Zijn enthousiasme
groeide met de dag. Het leven kreeg waarempel weer zin. Nu doet de
oud-profvoetballer met een beurs van de RKF een opleiding voor beveiliger. Hij studeert
bovendien voor sportleider en hij is bezig om zijn diploma pupillentrainer te
halen bij de KNVB. Zijn toekomst ligt weer in de sportwereld. ‘Je moet de
kansen grijpen die je worden toegeworpen. Er lopen veel jongeren met hun ziel
onder hun arm. Ik hoop dat ik hen kan motiveren om door te gaan, niet op te
geven.’ Ongelooflijk wat één ontmoeting voor verschil kan maken. Geef mij ook
zo’n Schoolmate!
Trudy van der Wees
Deze column is eerder verschenen in Delft op Zondag en is mede mogelijk gemaakt door Woonbron Delft
Geen opmerkingen:
Een reactie posten